| [ << Algemene muzieknotatie ] | [Top][Contents][Index] | [ Fundamentele concepten >> ] |
| [ < Overbindingen en legatobogen ] | [ Up : Notatie voor een enkele notenbalk ] | [ Tekst toevoegen > ] |
2.1.4 Articulatie en dynamiek
Articulaties
Terminologie: articulation.
Algemene articulaties kunnen worden toegevoegd
aan een noot met een streepje - en een enkel
karakter:
\relative {
c''4-^ c-+ c-- c-!
c4-> c-. c2-_
}
Vingerzetting
Terminologie: fingering.
Op soortgelijke manier wordt een vingerzetting
aan een noot toegevoegd met een streepje (-) en het
cijfer dat moet worden geprint:
\relative { c''4-3 e-5 b-2 a-1 }
Je kunt meerdere articulaties bij dezelfde noot gebruiken.
Articulaties en vingerzetting worden gewoonlijk automatisch
geplaatst, maar je kunt een richting specificeren door het
streepje (-) te vervangen door ^ (boven) or
_ (onder). Echter, in de meeste gevallen is het
beter om LilyPond de richting van de articulaties te laten
uitzoeken.
\relative { c''4_-^1 d^. f^4_2-> e^-_+ }
Dynamiek
Terminologie: dynamics, crescendo, decrescendo.
Dynamische tekens maak je door het teken (met een backslash) aan de noot toe te voegen:
\relative { c''4\ff c\mf c\p c\pp }
Crescendi en decrescendi begin je met
de commando’s \< en \>. Het volgende
dynamische teken, bijvoorbeeld \f, beïndigt de
(de)crescendo maar je kunt ook het commando \!
gebruiken:
\relative { c''4\< c\ff\> c c\! }
Zie ook
Notatiehandleiding: Articulations and ornamentations, Fingering instructions, Dynamics.
| [ << Algemene muzieknotatie ] | [Top][Contents][Index] | [ Fundamentele concepten >> ] |
| [ < Overbindingen en legatobogen ] | [ Up : Notatie voor een enkele notenbalk ] | [ Tekst toevoegen > ] |